God deelt Zijn heerlijkheid niet

Ik ben die ik ben. Ik ben één met de Vader. Ik ben één met de Zoon. Ik ben één met de Heilige Geest. En de Namen van God zijn ook mijn namen. De heerlijkheid van God is ook mijn heerlijkheid. Ik ben een zoon van God. Ik ben een autoriteit van God. Ik ben bovennatuurlijk. Dit is niet arrogant. Dit is ook niet hypocriet. Dit is wat God zegt over ons. En je wordt alleen wie je bent als je gaat zeggen wat God zegt wie je bent.’1

Bovengenoemde ‘Ik Ben affirmaties’ zijn van een Nederlands kerkleider die gelooft dat een ongelovige getransformeerd kan worden tot zoon van God door het woord te horen en het te spreken.2 Dit doet hij door hen de stellingen met Gods Naam te laten geloven en belijden, zoals de Bijbel zegt dat iedereen die Jezus aanneemt en in Zijn Naam gelooft een kind van God wordt.(Joh 1.13) Het geloven in Jezus als Heer en het belijden van Zijn opstanding als weg tot redding (Rom 10.9,10) wordt zo vermeden en vervangen door geloven in onszelf en belijden van onze vermeende identiteit. Bijbels gezien kan een mens echter hard geloven in zijn of haar identiteit als zoon van God en Gods Naam belijden voor eigen gewin, zonder dat dit hem of haar ooit een kind van God maakt en zonder ooit te worden gered.

Op eenzelfde manier wordt geloofd dat wie maar hard genoeg zijn of haar eigen zondeloosheid gelooft en belijdt, ook daadwerkelijk vrij zal zijn. ‘Het is heel belangrijk dat je begint te geloven wat de Bijbel over je zegt,’ aldus kerkleider Peter Paauwe. ‘En ik geloof dat de Bijbel zegt dat als we in Jezus Christus zijn, we geen zondaren zijn. Ik ben geen zondaar! Ik ben geen zondaar! We moeten zorgen dat dit tussen de oren komt van de mensen als ze werkelijk vrij willen zijn.’3

Het in het luchtledige belijden van ‘Ik ben geen zondaar’ neemt daarmee de plaats in van het aan de Here Jezus belijden van zonden, zoals Hij ons leerde in het onze Vader; ‘vergeef ons onze schulden.’ Hoewel dit positief belijden het ego waarschijnlijk doet groeien, wast het geen enkele zonde weg. Als er enige transformerende werking van dit belijden uit gaat, is dit waarschijnlijk meer naar het beeld van de zelfrechtvaardige Farizeeër dan naar dat van de tollenaar die zijn ogen niet durfde op te slaan maar wel gerechtvaardigd naar huis ging.

Geloven en belijden is waar Word of Faith leer om bekend staat: ‘zoals een mens denkt, wordt hij.’ ‘Denk rijk, word rijk. Denk succesvol, word succesvol. Denk God, word God.’

Door New Age gelovigen wordt veel met affirmaties gewerkt om persoonlijke transformatie uit te werken. ‘Ik Ben affirmaties‘ zouden daarvoor het meest effectief zijn. In zijn boek boek New Age religion and Western Culture schrijft hoogleraar Wouter Hanegraaff: ‘Een typische New Age gelovige in affirmaties zal elke dag tijd vrij maken om affirmaties uit te voeren, bijvoorbeeld voor de spiegel of in de context van meditatieve oefeningen. Het is ook mogelijk tapeopnames te maken. In dat geval zijn affirmaties vaak onwaarneembaar verscholen in ontspannende achtergrondmuziek. Deze zogenaamde zelfhulptapes stellen zelfs een grotere effectiviteit te hebben omdat ze uitgaan van onderbewuste suggestie die het bewustzijn volledig passereert.’4

Ook op Youtube zijn talloze ‘Ik Ben affirmaties’ vinden in de vorm van geleide meditatie. De Nederlandse Gaby maakte een clip waarin haar rustgevende woorden worden begeleid door ontspannende achtergrondmuziek: ‘Welkom bij deze Ik Ben affirmaties. De achtergrondmuziek is op 528 Hertz. Dat betekent dat je alle negatieve emoties kunt loslaten. Luister naar deze ‘Ik Ben’ affirmaties alsof het die van jouzelf zijn. Of zeg ze na: ‘Ik ben mooi zoals ik ben. Ik ben trouw aan mezelf. Ik ben talentvol. Ik ben creatief. Ik ben die ik ben.’5

Hoewel het gebruik van Ik Ben affirmaties dus een graag gebruikte techniek is onder New Age gelovigen, is de techniek niet alleen on-Bijbels maar ook een overtreding van het derde gebod. ‘U zult de Naam van de HEERE, uw God, niet ijdel gebruiken, want de HEERE zal niet voor onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt.’(Ex 20.7) ‘God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie.’ (Ex 3.14,15)

Gods Naam weerspiegelt Zijn heerlijkheid en is zo heilig dat Joodse gelovigen het van oudsher liever hebben over ‘de Naam’ (HaShem) dan dat ze Gods Naam oneer aandoen. God zegt zijn heerlijkheid (eer) daarnaast niet te delen met een ander. ‘Ik ben de HEERE – dat is Mijn Naam; Mijn eer zal Ik aan geen ander geven..’ (Jes 42.8a)  ‘..hoe zou Mijn Naam ontheiligd worden! Ik zal Mijn eer aan geen ander geven.’ (Jes 48.11b)

De enige die daarom legitiem Gods Naam gebruikte toen Hij zei: ‘Ik Ben,’ was de Here Jezus. Hij zei van Zichzelf: ‘Ik ben het Brood des Levens. (Joh 6.35) Ik ben het Licht. (Joh 8.12) Ik ben de Deur. (Joh 10.7) Ik ben de Goede Herder. (Joh 10.11) Ik ben de Opstanding. (Joh 11.25) Ik ben de Weg (Joh 14.6) Ik ben de Wijnstok. (Joh 15.5)

‘Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.’ (Fil. 2.9-11)

Met dank aan Lucia voor de input!

Je zondeloosheid belijden

Vanuit de Bijbel weten we dat we als mens allemaal grondig tekortschieten als we ons aan Gods wet afmeten. Dit is precies de reden voor onze nood aan het evangelie: hoezeer we zelf ook proberen juiste keuzes te maken, binnen de lijntjes kleuren en een ‘goed mens’ willen zijn, niemand is onschuldig in Gods ogen. Dit kan een deprimerende gedachte zijn, maar het goede nieuws is dat Jezus kwam voor de reiniging van zonde en vereffening van alle schuld! Als we onze zonden belijden ‘dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en reinigen van alle kwaad.’ (1 Joh 1.9 NBV)

Word of Faith leraren als Joyce Meyer en ook gebedsbevrijder Neil Anderson geloven dat zonde een illusie is die gecorrigeerd moet worden in het denken. ‘Bedenk goed: wat je doet bepaalt niet wie je bent; wie je bent bepaalt wat je doet.’ ‘Zijn we zondaren? Helemaal niet,’ stelt Anderson. ‘Het is niet moeilijk te raden wat u zult doen als u zichzelf een zondaar noemt; u zult als een zondaar leven, u zult zondigen.’1 En ook bestseller auteur Joyce Meyer zegt: ‘Ik ben niet arm. Ik ben niet ellendig.  En, ik ben geen zondaar. Dat is een leugen uit de put van de hel. Dat is wat ik was, en als ik het nog steeds ben stierf Jezus tevergeefs. Ik ga jullie iets vertellen mensen. Ik stopte niet met zondigen totdat ik het eindelijk tot mijn hersenpan liet doordringen dat ik geen zondaar meer was. En de religieuze wereld denk dat dit een dwaalleer is en wil je er voor ophangen. Maar de Bijbel zegt dat ik rechtvaardig ben en ik kan niet gelijktijdig rechtvaardig en zondaar zijn.’2 In diezelfde lijn vindt ook gebedsgenezer Benny Hinn het heel belangrijk dat christenen ‘beseffen wie ze zijn.’ Hij zegt: ‘Vertel me niet dat je Jezus hebt. Jij bent alles dat Hij was en alles dat Hij is en alles dat Hij zal zijn. Zeg niet ‘ik heb.’ Zeg; ‘Ik ben, ik ben, ik ben, ik ben, ik ben. [..] Zeg niet, ‘ik ben een zondaar.’ De nieuwe schepping is geen zondaar. Ik ben de rechtvaardigheid van God in Christus.’3

Als Paulus had geweten wat bovengenoemde Word of Faith leraren weten had hij zichzelf niet ‘de voornaamste van de zondaars’ (1 Tim 1.15,16) hoeven noemen. Hij had Jezus niet hoeven aannemen als zijn Zondoffer, maar gewoon zijn gedachten kunnen vrijzetten van die ‘leugen uit de put van de hel’ om zichzelf zondeloos te namen en claimen. Ook wij zelf zouden zo niet meer dagelijks hoeven vragen ‘vergeef ons onze zonden,’ omdat we alleen maar zouden hoeven geloven en in geloof moeten uitspreken dat we van zonde vrij zijn. Het veranderen van onze gedachten ten aanzien van onszelf zou dan hetzelfde zijn als tot bekering komen. Maar God zegt: ‘als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons.’ (1 Joh 1.8) Er is wel degelijk een verschil tussen zonder zonde zijn of als rechtvaardige worden aangenomen omdat Jezus het oordeel voor onze zonden droeg.

Hoogleraar en historicus Wouter Hanegraaff deed uitgebreid onderzoek naar de New Age beweging en stelt in zijn boek New Age religion and Western Culture: ‘We hebben gezien dat er volgens de New Age religie geen kwaad bestaat, maar dat het geloof hierin in wezen negatieve gevolgen heeft.’ ‘Mensen worden niet gezien als fundamenteel gemankeerd door ‘zonde en schuld,’ waardoor redding alleen mogelijk wordt van buitenaf; liever is het geloof in het bestaan van zo’n fout de fout zelf.’ ‘Op een bepaalde manier is het door ons eigen geloof in ‘oorspronkelijke zonde’ dat we het leed in de wereld nodeloos toe doen nemen en een ‘negatief’ karma scheppen.4

Het systeem voor vergeving van zonde dat door Anderson en Meyer wordt gepredikt, is dat door het sterk geloof in een zondeloze natuur en het positief proclameren ervan, men daadwerkelijk zondeloos wordt. Proclameren, en in het bijzonder positief proclameren van zondeloosheid, neemt daarmee de rol over van het aan God belijden van onze zondigheid, waarmee ‘belijden’ een wel heel andere inhoud krijgt. Anderson gelooft dat het belangrijk is dat mensen geloven in dat goede, zondeloze zelf om van zonde bevrijd te kunnen worden. Hij stelt: ‘Als kind van God ben je niet slecht. Je kunt slechte dingen hebben gedaan, maar in de kern van je wezen is een verlangen om te doen wat goed is..’5 Jezus Zelf stelde echter: ‘niemand is goed behalve Eén, namelijk God.’(Luk 18.19) Hij schroomde niet om Zijn eigen discipelen ‘slecht’ te noemen, ook al deden ze goede dingen. (Luk 11.13) Maar, zegt Anderson, ‘De ik-persoon is in wezen goed. Hij stemt namelijk in met de wet van God.’6 Mocht Anderson gelijk hebben, dan is het belangrijk om goed aangesloten te zijn op de emotionele behoeften van de ik-persoon om te kunnen doen wat ‘ik’ wil. Dat zou dan de manier zijn om het goede te doen en Gods wet ten uitvoer te brengen. Als Jezus echter gelijk heeft en de ik-persoon slecht is, kunnen we diens wensen beter afleggen en ons laten leiden door Zijn Geest om Zíjn wil te doen.

‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?’ (Jeremia 17.9)