Je zondeloosheid belijden

Vanuit de Bijbel weten we dat we als mens allemaal grondig tekortschieten als we ons aan Gods wet afmeten. Dit is precies de reden voor onze nood aan het evangelie: hoezeer we zelf ook proberen juiste keuzes te maken, binnen de lijntjes kleuren en een ‘goed mens’ willen zijn, niemand is onschuldig in Gods ogen. Dit kan een deprimerende gedachte zijn, maar het goede nieuws is dat Jezus kwam voor de reiniging van zonde en vereffening van alle schuld! Als we onze zonden belijden ‘dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en reinigen van alle kwaad.’ (1 Joh 1.9 NBV)

Word of Faith leraren als Joyce Meyer en ook gebedsbevrijder Neil Anderson geloven dat zonde een illusie is die gecorrigeerd moet worden in het denken. ‘Bedenk goed: wat je doet bepaalt niet wie je bent; wie je bent bepaalt wat je doet.’ ‘Zijn we zondaren? Helemaal niet,’ stelt Anderson. ‘Het is niet moeilijk te raden wat u zult doen als u zichzelf een zondaar noemt; u zult als een zondaar leven, u zult zondigen.’1 En ook bestseller auteur Joyce Meyer zegt: ‘Ik ben niet arm. Ik ben niet ellendig.  En, ik ben geen zondaar. Dat is een leugen uit de put van de hel. Dat is wat ik was, en als ik het nog steeds ben stierf Jezus tevergeefs. Ik ga jullie iets vertellen mensen. Ik stopte niet met zondigen totdat ik het eindelijk tot mijn hersenpan liet doordringen dat ik geen zondaar meer was. En de religieuze wereld denk dat dit een dwaalleer is en wil je er voor ophangen. Maar de Bijbel zegt dat ik rechtvaardig ben en ik kan niet gelijktijdig rechtvaardig en zondaar zijn.’2 In diezelfde lijn vindt ook gebedsgenezer Benny Hinn het heel belangrijk dat christenen ‘beseffen wie ze zijn.’ Hij zegt: ‘Vertel me niet dat je Jezus hebt. Jij bent alles dat Hij was en alles dat Hij is en alles dat Hij zal zijn. Zeg niet ‘ik heb.’ Zeg; ‘Ik ben, ik ben, ik ben, ik ben, ik ben. [..] Zeg niet, ‘ik ben een zondaar.’ De nieuwe schepping is geen zondaar. Ik ben de rechtvaardigheid van God in Christus.’3

Als Paulus had geweten wat bovengenoemde Word of Faith leraren weten had hij zichzelf niet ‘de voornaamste van de zondaars’ (1 Tim 1.15,16) hoeven noemen. Hij had Jezus niet hoeven aannemen als zijn Zondoffer, maar gewoon zijn gedachten kunnen vrijzetten van die ‘leugen uit de put van de hel’ om zichzelf zondeloos te namen en claimen. Ook wij zelf zouden zo niet meer dagelijks hoeven vragen ‘vergeef ons onze zonden,’ omdat we alleen maar zouden hoeven geloven en in geloof moeten uitspreken dat we van zonde vrij zijn. Het veranderen van onze gedachten ten aanzien van onszelf zou dan hetzelfde zijn als tot bekering komen. Maar God zegt: ‘als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en is de waarheid niet in ons.’ (1 Joh 1.8) Er is wel degelijk een verschil tussen zonder zonde zijn of als rechtvaardige worden aangenomen omdat Jezus het oordeel voor onze zonden droeg.

Hoogleraar en historicus Wouter Hanegraaff deed uitgebreid onderzoek naar de New Age beweging en stelt in zijn boek New Age religion and Western Culture: ‘We hebben gezien dat er volgens de New Age religie geen kwaad bestaat, maar dat het geloof hierin in wezen negatieve gevolgen heeft.’ ‘Mensen worden niet gezien als fundamenteel gemankeerd door ‘zonde en schuld,’ waardoor redding alleen mogelijk wordt van buitenaf; liever is het geloof in het bestaan van zo’n fout de fout zelf.’ ‘Op een bepaalde manier is het door ons eigen geloof in ‘oorspronkelijke zonde’ dat we het leed in de wereld nodeloos toe doen nemen en een ‘negatief’ karma scheppen.4

Het systeem voor vergeving van zonde dat door Anderson en Meyer wordt gepredikt, is dat door het sterk geloof in een zondeloze natuur en het positief proclameren ervan, men daadwerkelijk zondeloos wordt. Proclameren, en in het bijzonder positief proclameren van zondeloosheid, neemt daarmee de rol over van het aan God belijden van onze zondigheid, waarmee ‘belijden’ een wel heel andere inhoud krijgt. Anderson gelooft dat het belangrijk is dat mensen geloven in dat goede, zondeloze zelf om van zonde bevrijd te kunnen worden. Hij stelt: ‘Als kind van God ben je niet slecht. Je kunt slechte dingen hebben gedaan, maar in de kern van je wezen is een verlangen om te doen wat goed is..’5 Jezus Zelf stelde echter: ‘niemand is goed behalve Eén, namelijk God.’(Luk 18.19) Hij schroomde niet om Zijn eigen discipelen ‘slecht’ te noemen, ook al deden ze goede dingen. (Luk 11.13) Maar, zegt Anderson, ‘De ik-persoon is in wezen goed. Hij stemt namelijk in met de wet van God.’6 Mocht Anderson gelijk hebben, dan is het belangrijk om goed aangesloten te zijn op de emotionele behoeften van de ik-persoon om te kunnen doen wat ‘ik’ wil. Dat zou dan de manier zijn om het goede te doen en Gods wet ten uitvoer te brengen. Als Jezus echter gelijk heeft en de ik-persoon slecht is, kunnen we diens wensen beter afleggen en ons laten leiden door Zijn Geest om Zíjn wil te doen.

‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?’ (Jeremia 17.9)

Geloof en belijd

Om zelfopgewekte geloofskracht vrij te zetten voor het verkrijgen van wat men wenst te hebben wordt door de Word of Faith beweging gebruik gemaakt van woorden, vanwaar de naam ‘Woord van Geloof.’ Het is een surrogaatinterpretatie voor de tekst uit Romeinen 10.9, die basis vormt voor verlossing: ‘Dit is het Woord van het geloof, dat wij prediken: ‘Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.’

Maar zalig worden wordt door Word of Faith gelovigen vervangen door voorspoed in het hier en nu, waardoor het nieuwe mantra wordt: ‘Geloof het in je hart, belijd het met je mond. Je kunt hebben wat je uitspreekt.’ Zoals God ‘sprak en het was,’ gelooft men ook dat de mens kan spreken (of zingen) zodat het zal zijn. Want, ‘er wordt ons in de Bijbel verteld dat we een God dienen Die dingen die niet zijn roept alsof zij er waren, een God Die van niet bestaande dingen spreekt alsof ze al bestonden. Jij en ik moeten hetzelfde doen,’ 1 schrijft spreekster Joyce Meyer. ‘Onze woorden [..] bevatten scheppende kracht. God sprak, ‘laat er licht zijn,’ en er was licht. God schiep alles dat we zien met woorden, dus woorden hebben scheppende kracht..  Dus zien we in het allereerste begin van de Bijbel iets wat een patroon is voor hoe we dingen gedaan moeten krijgen.’ 2 ‘Ik weet dat het een beetje ongebruikelijk klinkt, maar als God  het kan doen, kunnen wij het ook. Wij zijn Zijn kinderen en Hij wil dat we Zijn voorbeeld volgen.’3

Haar collega Word of Faith spreker, Creflo Dollar, legt uit: God ‘heeft ons dezelfde scheppende kracht gegeven om dingen in wording te spreken, als die Hij bezit.’4 En dat is dan ook wat de stroming haar naam geeft, namelijk het creëren door het woord van geloof. Het is een techniek die mensen het idee geeft zelf schepper te kunnen zijn, zonder afhankelijk te zijn van de wil en toestemming van hun eigenlijke Schepper.

Woorden van geloof worden door aanhangers van de beweging gevat in positieve proclamaties. Degene die dit proclamatieprincipe introduceerde in christelijke kring, was E.W. Kenyon. Het was zijn idee om positieve gedachten om te zetten in positieve proclamaties; ‘wat ik belijd, bezit ik!’5 Met andere woorden ‘name it and claim it:’ ‘Geloof het in je hart, zeg het met je mond. Dat is het geloofsprincipe. Je kunt hebben wat je uitspreekt.’ 6 Dit is exact hetzelfde als door New Thought wordt geleerd, namelijk: ‘Claim het goede voor jezelf. Stel je het goede voor jezelf voor. Spreek het woord voor het goede voor jezelf. En maak je er dan geen zorgen over of het goede voor jou ooit zal plaatsvinden.’7

Twee boeken die in Nederlandse boekwinkels liggen en gebruik maken van New Thought principes om mensen te genezen van suikerziekte en de ziekte van Crohn, zijn voorbeelden van het gebruik van positieve proclamaties. De boeken worden als volgt aangeprezen: ‘Krijg wat je wilt en verlangt van de wereld, zoals miljoenen anderen over de hele aarde die bevestigingen gebruiken. Je bezit de kracht al om je eigen waarneming te doen gelden en je gedachten en verlangens om te zetten tot de werkelijkheid. Door positieve bevestigingen dagelijks te gebruiken, krijg je toegang tot het natuurlijk potentieel in jezelf. Als je nu positieve verandering wilt zien, zul je merken dat de snelste weg naar vervulling die van positieve bevestiging en visualisatie is.’8

Het typische aan het name it and claim it gebeuren is niet alleen dat men zich richt op het hier en nu, meer dan op de toekomende wereld, ook gaat men volledig voorbij aan Gods wil. Het gebed waarin we zoals Jezus leerde, vragen dat ‘Uw wil geschiedde,’ is dus uit den boze. Gebedsgenezer Benny Hinn leert zijn toehoorders daarom dat ze hun genezing niet moeten laten afhangen van Gods wil. ‘Ga nooit en te nimmer naar de Heer om te zeggen, ‘als het Uw wil is.’ Sta nooit toe dat zulke geloof-vernietigende woorden uit je mond zullen komen.’9

Ook kerkleider Bill Johnson ontmoedigt mensen te vragen om Gods wil. Op zijn blog adviseert hij zijn lezers hoe ze moeten bidden voor zieken: ‘Bid voor mensen – NIET een ‘als het uw wil is’-type gebed. Bij de duizenden mensen die ik genezen heb zien worden, heb ik nooit iemand zien genezen door dat type gebed.10

Toen Jezus moest lijden bad Hij tot Zijn Vader ‘.. laat Uw wil dan geschieden.’ (Matt 26.42) En toen Jezus zijn volgelingen leerde bidden zei Hij: ‘wanneer u bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader..  bidt u dan zo.. Uw wil geschiede..’ (Matt 6) God is een liefdevolle hemelse Vader die het goede aan Zijn kinderen wil geven (Mat 7.11).  Het punt van claimen is echter dat we God als zeepdispenser gebruiken die wanneer we Hem maar op de juiste manier indrukken, precies zal geven wat wij willen dat Hij geeft.

‘Want God, de HEERE, is een zon en een schild, de HEERE zal genade en eer geven, Hij zal het goede niet onthouden aan hen die in oprechtheid hun weg gaan.’ Psalm 84.12