Anders dan in de Bijbel wordt met de term christus in gnostiek, mystiek, antroposofie en New Age niet de Persoon Jezus bedoeld, maar een zogenaamd ‘goddelijke kern’ die zich in elke persoon zou bevinden. Deze goddelijke kern wordt door hen ook wel het ‘ware zelf’ genoemd. Als men zich deze christus ofwel het ‘ware zelf’ ten volle bewust wordt, spreekt men van een ontwaakt christusbewustzijn. Het bereiken van dit christusbewustzijn wordt gezien als het bereiken van ‘de hoogste staat van intellectuele ontwikkeling en emotionele volwassenheid’, aldus het Centre for Christ Consciousness. ‘Het is een staat van bewustzijn van onze ware aard, ons hogere zelf en ons geboorterecht als kinderen van God.’1 Mensen die tot zo’n bewustzijn komen, zijn beter dan alle anderen en wórden volgens New Age leer ook daadwerkelijk God.
De term ware Zelf komt uit oorspronkelijk uit het hindoeïsme, waar het synoniem is voor de godheid Atman, ofwel: een staat van zelfbewustzijn die ontstaat door verlichtende zelfkennis die verlost van het valse zelf. De term werd in het Westen geadapteerd en gepopulariseerd door psychologie. Psychiater en New Age goeroe2 Carl Jung dook in oosterse filosofieën als die van kundaliniyoga en bouwde hieruit ‘een geheel van theorieën die mensen in staat stelde over God te praten terwijl ze eigenlijk hun eigen psyche bedoelden, en over hun eigen psyche terwijl ze eigenlijk het goddelijke bedoelden. Als de psyche ‘de geest’ is en God is ook ‘de geest’, dan moet men om het één te bespreken eigenlijk het ander bespreken,’ schrijft hoogleraar en New Age kenner Wouter Hanegraaff.3 Jung hield hij er exact dezelfde definitie van Christus op na als die nog steeds door New Age wordt gehanteerd, namelijk: ‘Het ‘zelf’ of ‘christus’ is in iedereen a priori aanwezig, maar als regel in een staat van onbewustzijn om mee te beginnen.’4 Hij geloofde dat men pas tot een ontwaken van Christus binnenin kon komen als men de historische, externe Christus los zou laten. Ofwel, men dient zich bewust te worden en verlichting te vinden door het ‘ware zelf’ en Jezus als Verlosser los te laten.
Nieuwe Tijdsdenkers (of New Age gelovigen) stellen dat Jezus enkel als mens op aarde kwam, maar pas op dertigjarige leeftijd zijn ware zelf en identiteit als ‘kind van God’ ontdekte, waarmee Hij Christus werd. Dit zou zijn geweest toen Hij werd gedoopt in de Jordaan5 waarbij Gods Geest op Hem kwam en Zijn bewustzijn verlichtte. Deze initiatie door de ‘zalving’ met de Heilige Geest zou Hem een Zoon van God, een verlicht Meester, of God-mens hebben gemaakt, zoals ook Krishna en Boeddha dit zouden zijn geweest en zoals elk mens deze status zou kunnen bereiken. In Jezus’ geval, zo geloven New Agers, verliet christusbewustzijn en dus ook goddelijkheid Hem bij Zijn kruisdood.
New Age volgelingen kunnen net als christenen dus wel spreken over Jezus als ‘Christus,’ en ‘God,’ maar doelen hiermee op een titel die hooguit is voorbehouden aan een bepaalde periode in iemands leven. Ze geloven niet dat Jezus eeuwig Christus was, is en zal zijn, dat Hij eeuwig God was, is en zal zijn of dat Hij zoals de Bijbel zegt ‘in het vlees kwam.’ Deze definitie van het begrip ‘Christus’ voldoet hiermee aan de definitie die de Bijbel geeft voor de antichrist, namelijk: ‘elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist.’ (1 Joh 4.3)
Vanuit New Age perspectief is het aandringen op de erkenning van de goddelijkheid van elk mens niet vreemd. Het ontkennen van het vermeende goddelijke ‘ware zelf’ zien New Age gelovigen als een onvermogen dat verholpen kan worden met hulp van een scala aan technieken en therapieën die de latente goddelijkheid in elk mens openbaren; elk laagje onechtheid moet worden afgepeld, totdat de goddelijke kern geopenbaard is. Dan krijgen ze toegang tot alle latente (goddelijke, scheppende, verlossende, genezende) krachten en beseffen ze dat ze God zijn.6
Manieren waarop men tot een bewustzijn van het ware zelf ofwel verlichting of tot een ontwaakt christusbewustzijn komt, zijn bijvoorbeeld (kundalini-)yoga, contemplatief gebed, invocaties, psychotherapieën, het enneagram en het reciteren van mantra’s. Een instant manier om deze verlichting te bereiken is doormiddel van handoplegging, ook wel Shaktipat genoemd. Als het bewustzijn van de mens dan verlicht is, komt men tot de ware kennis van het Zelf – het hindoeïstisch concept van God. Zoals New Age leraar Michael Mirdad beschrijft: ’Stel je god voor als het midden van een kamer met licht en zijnde ‘de tegenwoordigheid van liefde, vrede en blijheid’. Stel je nu voor dat dat centrum (god) een licht teweeg breng dat de kamer vult. Dit licht is bekend als de christus – dat zijn wij – onze ware zelf. Dit licht is het bewustzijn is het licht dat Jezus ons herinnerde te zijn.7
Maar, Jezus zei: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’ (Joh 8.12)