Contemplatief gebed als weg naar het ware zelf

De contemplatieve beweging lijkt steeds meer terrein te winnen in Nederland. Mogelijk omdat het met name gepromoot wordt door intellectuele mensen met een theologische achtergrond en zodoende precies aansluit bij wat de meer rationele christen aanspreekt. Maar, is contemplatief gebed wel bijbels? De contemplatieve stroming gaat uit van een weg tot dieper contact, diepere kennis van God dan door simpel Bijbellezen en gebed. Sleutel tot dit contact is het krijgen van een innerlijke ‘ervaring,’ waarvoor gebruik wordt gemaakt van technieken die zich richten op ontlediging van de gedachten doormiddel van ademhalingstechnieken, het herhalen van woorden en het mediteren op kaarsen en iconen.

Contemplatief gebed bestaat uit een fase van centreren, het aannemen van een gemakkelijke houding en met gesloten ogen concentreren op en herhalen van een zogenaamd heilig woord. Gedachten legt men zachtjes het zwijgen op door terug te keren naar het heilige woord.1 Dit heilige woord kan een korte zin zijn als  ‘Heer ontferm u mijner,’ maar ook een woord als ‘Maria,’’Abba’ of ‘Jezus.’ Dit mediteren op de naam ‘Jezus’ is waar het gebed haar naam, namelijk Jezusgebed, aan ontleent. Het woord dient aandacht worden herhaald op het ritme van iemands adem, waarmee de methode dan ook wel ademgebed wordt genoemd. Naast woorden of korte zinnen kan ook op emoties worden gemediteerd. Mensen die het hedendaags contemplatief gebed vorm gaven zijn Thomas Merton en Thomas Keating, die beiden katholiek monnik waren en sterk beïnvloed werden door boeddhisme, hindoeïsme en islamitische mystiek. In Nederland zijn het met name Henri Nouwen, Jos Douma en ook Luigi Gioia die deze vorm van gebed bekend maakten. 

Thomas Merton beschreef contemplatief gebed als een gave van ontwaken en bewustwording, ‘het is het ontwaken van Christus in ons.’2  Merton zou zelf niet veel op hebben met de historische Jezus van Nazareth, maar geloofde in ‘Christus als centrum in wie en door wie men verlicht wordt.’3 Het begrip christus interpreteerde hij dan ook als een staat die elk mens zou kunnen bereiken. ’Ieder van ons heeft een onvervangbare roeping om Christus te zijn; (…) als ik die niet volbreng, dan zal er voor eeuwig en altijd iets ontbreken in het Koninkrijk der Hemelen,’4 zo stelde hij.

En ook Thomas Keating geloofde dat we als mensen christus dienen te worden. Hij geloofde dat God niet gevonden wordt door Bijbellezen en gebed in onze letterlijke binnenkamer, maar in de binnenkamer die betreden kan worden door de deur van het denken te sluiten. Hij geloofde dat Jezus met ‘bidden in het verborgene’ (Matt 6.6) doelde op centrerend gebed.5 ‘Centrerend gebed..’ schrijft Keating, ‘suggereert een praktische methode voor het binnengaan van onze ‘binnenkamer.’6 ‘Je binnenkamer binnengaan betekent dan: gedurende een bepaalde tijd je dagelijks bewustzijn loslaten en je aandacht richten op de spirituele dimensie van ons bestaan en nog dieper op de goddelijke inwoning en het ware zelf, die allemaal in het onderbewuste verborgen zijn, totdat je de spirituele reis in de een of andere vorm aanvaardt.’7 Dit vinden van het ware zelf is volgens Thomas Keating essentieel, want ‘ware zelf,’ zo gelooft hij, is synoniem voor ‘God.’ ‘Onze basiskern van goedheid is ons ware Zelf. Deze basiskern van goedheid is in staat tot onbegrensde ontwikkeling, het daadwerkelijk getransformeerd worden tot Christus en te worden vergoddelijkt. God en ons ware Zelf zijn niet gescheiden. Hoewel we niet God zijn, zijn God en ons ware Zelf hetzelfde.’8

Maar het vinden van zelf om daardoor God te vinden en het liefhebben van zelf voor men God lief kan hebben is een mystieke gedachte, geen bijbels gegeven. God zegt: ‘Ik ben de HEERE, en niemand anders, buiten Mij is er geen God.’ (Jes 45.5) En Jezus zegt: ‘Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen..’

Als Jezus spreekt over Zijn wederkomst, waarschuwt Hij dat mensen zullen zeggen dat Hij te vinden zal zijn in de woestijn of in binnenkamers. Het is opvallend dat contemplatief gebed wordt aangemoedigd als methode om christus te vinden, in de woestijn van stilte9 en in de binnenkamers waar het ware zelf woont. Maar Jezus zei: ‘geloof het niet.’ ‘Als iemand dan tegen u zegt: Zie, hier is de Christus of daar, geloof het niet; [..] Als men dan tegen u zal zeggen: Zie, Hij is in de woestijn; ga er niet op uit; zie, Hij is in de binnenkamers, geloof het niet’. Als Jezus komt zal dat niet een vondst van het ware zelf zijn, maar een komst zo echt en fysiek dat elk oog Hem ziet.

‘Zie, Hij komt met de wolken, en elk oog zal Hem zien, ook zij die Hem doorstoken hebben. En alle stammen van de aarde zullen rouw over Hem bedrijven. Ja, amen. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.’ (Openb 1.7,8)